Ons kantoor is gesloten van woensdag 24 december tot en met zondag 4 januari.
De medewerkers van OOM wensen je fijne feestdagen en een flinke dosis nieuwsgierigheid voor 2026!
Heeft u een vraag? Stuur dan een bericht naar info@oom.nl. 

Tips voor eenvoudige taal

Nieuwsbrief december

meld je aan voor onze e-mail nieuwsbrief

Tips voor eenvoudige taal

Als je communiceert met je medewerkers, wil je dat ze allemaal jouw boodschap begrijpen. Ook degenen die lezen wat lastiger vinden of moeite hebben met de Nederlandse taal. Daarom: 13 tips voor begrijpelijke taal.
 

Veiligheidsvoorschriften, nieuwe procedures, een uitnodiging voor de kerstborrel… Je communiceert wat af met je medewerkers. Met deze tips voor de verschillende fasen van je schrijfproces, zorg je ervoor dat ze jouw teksten allemaal goed begrijpen.

1. Nadenken
  • Denk vanuit je lezers
    Voor een goed begrip van je tekst zijn niet alleen hun woordenschat en leesvaardigheid van belang, maar ook hun voorkennis. Wat weten zij van het onderwerp waarover je gaat schrijven? Welke vragen kunnen zij daar logischerwijs over hebben?
  • Denk aan je doel
    Wat wil je bereiken? Wat wil je dat de lezers doen of weten na het lezen van je tekst? wat moet de boodschap zijn?
  • Middel
    Is een tekst het juiste middel? Misschien sluit een video beter aan. Of kun je je boodschap versterken met een foto of pictogram?
2. Schrijven en structureren
  • Eenvoudige woorden
    Vermijd vaktaal en lastige woorden. Op zoekeenvoudigewoorden.nl en ishetb1.nl kun je controleren welke woorden als lastig worden ervaren. Zoek eenvoudiger alternatieven of leg uit.
  • Actieve zinnen
    Schrijf actieve zinnen. Niet: Het besluit wordt morgen door mij genomen. Wel: ik neem morgen het besluit.
  • Vermijd uitdrukkingen of figuurlijk taalgebruik
    Niet: zij kookt van woede. Wel: ze is boos.
  • Volgorde
    Zet je belangrijkste boodschap bovenaan. Bovenaan de tekst en bovenaan elke alinea. En zorg dat je informatie logisch en herkenbaar is geordend.
  • Titel en tussenkoppen
    Gebruik een titel die direct aangeeft waar je tekst over gaat. En werk met korte tussenkoppen, die duidelijk maken wat je in een alinea behandelt.
  • Kort en bondig
    Geef alleen informatie die echt belangrijk is voor je lezer. En gebruik niet meer dan:
    - 10 zinnen per alinea, en
    - 10 woorden per zin.
  • Opsommingstekens
    Gebruik opsommingstekens om je tekst overzichtelijk te maken.
3. Vormgeven
  • Gebruik bij voorkeur een groot lettertype, zoals Verdana met een lettergrootte van minimaal 12 punts en een regelafstand van 1,5.
  • Gebruik veel witruimte. En zorg liefst voor zwarte letters op een witte achtergrond.
  • Geef belangrijke informatie duidelijk aan, maak het bijvoorbeeld vet.
Meer informatie over eenvoudige taal op het werk vind je op oom.nl/taal-en-rekenen.