'Doe normaal, dan doe je gek zat'

Nieuwsbrief juni

meld je aan voor onze e-mail nieuwsbrief

Doe normaal, dan doe je gek zat

Zelf werd hij van school afgetrapt, maar de stagiairs die hij begeleidt bij Van der Leun in Sliedrecht lopen met hem weg. Wat is het geheim van praktijkopleider Gert-Jan Jochems (63)?
 

Praktijkopleiders zijn zelden alleen praktijkopleider. Wat doe je nog meer?
‘Ik zit vanaf mijn 15e in de metaal. Ik begon op de lts, maar werd daarvan afgetrapt. Toen heb ik leerschool Merwede gedaan, en daar ben als leerling gaan werken op de reparatiewerf. In 23 jaar heb ik me opgewerkt van ijzerwerker tot hoofdbaas. In die tijd heb ik aan de avondschool nog opleidingen Sectiebouw en Uitslaan gevolgd. Toen heb ik 2 jaar bij Verolme Botlek op de reparatie-afdeling gewerkt. Dat was me te ver van huis, dus toen ik 18 jaar geleden bij Van der Leun terecht kon, heb ik die kans gegrepen. Ik ben daar werkplaatsvoorbereider bij de divisie Metaal en stuur de werkplaats aan. Er werken 12 man, voornamelijk aan pijpleidingen en plaat- en draaiwerk voor de scheepsbouw.’
 
Tien jaar begon je met het begeleiden van stagiairs. Waarom?
‘Er was een leerling die stage wilde komen lopen en toen ben ik eens in de materie gedoken. Wat zouden de voor- en nadelen zijn van het aanbieden van stageplaatsen in het bedrijf? Het was me snel duidelijk dat het voornamelijk voordelen zou opleveren: voor het bedrijf is het goed om bekend te zijn bij jongeren in de regio, destijds wisten jongeren ons niet te vinden. Door stagiairs krijg je mond-tot-mondreclame en weten jongeren dat ze voor een stage of leerwerkplek in de metaalbewerking bij jou moeten zijn. Daarbij wilde ik vakmensen opleiden voor de toekomst en jongeren perspectief bieden. Ik heb overlegd met de directie en kreeg de volle medewerking. De stagiair is gekomen en ik heb de technische school gebeld in Sliedrecht, om te zeggen dat hun leerlingen metaalbewerking hier welkom zijn voor een stage. Ook heb ik destijds een cursus voor praktijkopleider gedaan bij Kenteq.’
 
Inmiddels heb je zo’n 35 vmbo-stagiairs begeleid. Hoe pak je dat aan?
‘Leerlingen weten ons goed te vinden. Ze benaderen ons zelf. We spreken af en dan laat ik de metaalafdeling zien. En ik zeg meteen: ‘Ik ben gewoon Gert-Jan. Geen gemeneer. En we gaan iets doen hier, waar je je leven lang iets aan hebt’. Ik probeer ze gerust te stellen, want ze vinden het spannend, hoor. Soms willen ze niet eens een bakkie thee van de spanning. Een week voor de stage begint, nodig ik ze uit om ze te vertellen wat er gaat gebeuren, zodat ze niet overladen worden met informatie op de eerste stagedag. Dus: zo laat moet je komen, hier zijn de kluisjes, zelf veiligheidsschoenen mee… Tijdens de stage melden ze zich ’s morgens eerst bij mij, en neem ik het dagprogramma met ze door. Ik laat ze weten dat wanneer er iets is, ze altijd aan de bel kunnen trekken. Ik plaats ze bij een maatje en die gaat met ze aan het werk. Ze leren met gereedschap omgaan, centreren, afbramen, boren... Aan het eind van de werkdag komen ze weer bij mij en teken ik hun dagprogramma af en bespreken we hoe het is gegaan is. Ik onderhoud ook het contact met school, er komt altijd wel een leraar kijken. Ik begeleid steeds één leerling per keer, het gaat om snuffelstages van 2 weken, en lijnstages van 4 of 8 weken.’
 
De jongens komen regelmatig terug om een bakkie te doen. Sommige blijven hier werken. Hoe doe je dat?
‘Ik denk dat ik punten scoor omdat ik zo gewoon ben. Geen blaaskaak. Geen stropdas of driedelig pak. Maar een kale kop, een oorbel en een tatoeage. Geen kapsones, maar hoppa, gaan met die banaan. Ik vind het geweldig werk, steek er ontzettend veel energie in en krijg daar de ruimte voor. Ik vind het leuk om nieuwe mensen te leren kennen en te kijken wat voor vlees ik in de kuip heb. Nieuwe jongens neem ik soms mee om even samen een uitsmijter te eten. Op de vrijdagmiddagen halen we altijd een patatje. En als ze weggaan, krijgen ze een mooi poloshirt met het logo van Van der Leun en een map met documentatie over het bedrijf, zodat ze aan anderen kunnen laten zien waar ze hebben gewerkt. Ik wil de jongens naar me toe halen, een vertrouwenspersoon zijn, geen baas. En daarbij heb ik oprecht bewondering voor ze. Misschien weet je het nog, voor het eerst naar een baas … Dan had je het slecht, denk daar nog maar eens aan terug. Het is geweldig wat ze willen presteren, dat moet je waarderen.’
 
Wanneer vind je zelf dat je leerlingen goed hebt begeleid?
‘Als de leerlingen het goed hebben gedaan! Op de uiteindelijke beroepskeuze heb ik geen invloed. Maar ik vind het mooi om te zien hoe zelfverzekerd en dankbaar leerlingen hier met gebak binnenstappen op hun laatste werkdag. En het is natuurlijk helemaal mooi als ze terugkomen als bbl-leerling, zoals Harrold Mourik en Wesley de Klein, die je op de foto ziet. Zij hebben hier allebei de mbo-opleiding constructiewerk (niv. 3) gedaan en zijn hier nu in vaste dienst. Als ik ze aan het werk zie, ja, dan ben ik wel trots.’
 
Je bent gepokt en gemazeld in het begeleiden van stagiairs. Heb je tot slot nog tips waar andere praktijkopleiders hun voordeel mee kunnen doen?
 
  • Wees jezelf. Ofwel: Doe normaal, dan doe je gek zat.
  • Bespreek alles met de leerling in duidelijke taal.
  • Stuur ongemotiveerde leerlingen weg, die tasten de sfeer aan. Hier krijgen ze 2 keer een waarschuwing, daarna houdt het op.
  • Mobiele telefoons gaan hier in de kluisjes, dat leren ze al in het eerste gesprek. Mocht iemand gebeld moeten worden, dan kan dat via mij.
  • En: Houd goed contact met de leraren, die kunnen je bijpraten over de ontwikkelingen in het onderwijs.
OOM organiseert dit najaar verschillende activiteiten voor beginnende en gevorderde praktijkopleiders. Bekijk onze activiteitenkalender en praktijkopleidersdagen.nl voor het aanbod.